Laten we eerlijk zijn: vet heeft niet het beste imago. Het is de ‘dikmaker’ onder de voedingsstoffen. Dus hoe minder, hoe beter. Toch? Nou, nee. In werkelijkheid heb je vetten heel hard nodig. Zeker de gezonde varianten. Welkom bij mijn pleidooi voor het (blijven) eten van vetten.
Vetten zijn een van de drie macronutriënten. De voedingsstoffen die ons lichaam voorzien van energie. Met name in rust geven vetten de energie af die je nodig hebt. Daarnaast helpt vet je beschermen tegen kou en fysieke stoten van buitenaf. Ook is het een belangrijke bouwstof voor je cellen, regelt vet je lichaamstemperatuur en zorgt het voor de opname van vitamine A, D, E, en K. Best een indrukwekkend rijtje met functies en voordelen he? Vet verdient dan ook een beter imago dan dat het nu heeft. Van dikmaker naar gezonde voeding. Want ja, vetten zijn gezond.
Dan hebben we het wel over de onverzadigde vetten uiteraard. Onverzadigd vet is een type vet. Naast onverzadigd vet kennen we ook verzadigd vetten. Vet is altijd een mengsel van de twee. In alle producten met vet zit dus zowel verzadigd als onverzadigd vet. Hoe groter het aandeel onverzadigd vet, hoe beter.
Onverzadigd vet past in een gezonde voeding vanwege de gunstige effecten op je gezondheid. Zo zorgt het ervoor dat je lichaam cholesterol beter afvoert. Hiermee neemt het risico op hart- en vaatziekten af. Ook stabiliseert het je bloedsuiker waardoor je minder pieken en dalen en dus minder eetbuien hebt.
Je herkent onverzadigd vet aan het feit dat het meestal zacht of vloeibaar bij kamertemperatuur is. Maar ook noten, pitten, zaden en vis bevatten veel onverzadigd vet.
Van vet word je dik: feit of fabel?
Het is waar dat vetten relatief veel calorieën leveren. Maar het is te kort bocht om te zeggen dat vetten dikmakers zijn. De toename van gewicht komt (disclaimer: in de meeste gevallen. Er zijn altijd uitzonderingen) doordat je meer eet dan dat je verbruikt. Dit overschot aan energie slaat je lichaam op als vet. Hoe groter de vetopslag, hoe hoger de cijfers op je weegschaal. En nu komt het: dit geldt voor alle drie de voedingsstoffen! Wat je teveel hebt aan energie uit koolhydraten, vetten en eiwit wordt omgezet in vet.
Vetten zelf zijn dus niet de dikmakers, het is de variant en de hoeveelheid die je eet én de verbranding van die energie die bepalen of je aankomt of niet. Dus wat te doen met vetten? Eten.
Gezonde vetrijke producten
Je lichaam kan onverzadigde vetten niet zelf aanmaken, wat betekent dat je deze voedingsstoffen binnen krijgt door middel van voeding. We kennen allemaal de avocado. Een heel mooi voorbeeld van gezond vet. Maar er zijn meer producten met veel onverzadigde vetten.
Kort lijstje van gezonde vetrijke producten:
Zalm
Tonijn
Makreel
Olijven
Lijnzaad
Chia zaad
Zonnebloempitten
Pompoenpitten
Walnoten
Amandelen
Eieren
Daarnaast gebruiken we vet veelal om onze maaltijden te bereiden. Denk hierbij aan plantaardige oliën (zoals olijfolie en zonnebloemolie), vloeibare margarine en vloeibare bak-en-braadproducten. Het advies is om maximaal 15 gram bereidingsvet per dag.
Op zoek naar meer gezonde vetrijke producten? Vraag jouw persoonlijk voedingsplan aan en je ontvangt gratis mijn e-book 'De basis van gezonde voeding'. Hierin staat een lange lijst met gezonde producten waaronder ook producten met veel onverzadigde vetten.
Wil je je vetinname beperken?
Verminder dan vooral de inname van verzadigd vet zodat het grootste gedeelte van je vetinname uit onverzadigd vet bestaat. Laat gebak, koekjes,kant-en-klare maaltijden en (gefrituurde) snacks aan je voorbij gaan. Dierlijke producten zoals vlees en zuivel bevatten van nature veel verzadigde vetten. Kies daarom voor de magere varianten (mager vlees, magere melk, magere yoghurt etc).
Verzadigd vet helemaal niet meer innemen, is niet alleen een uitdaging maar het is ook niet nodig. Je moet het het alleen beperken. Het advies is om maximaal 10% van je dagelijkse calorie-inname uit verzadigd vet te halen. Bij meer vergroot je je eigen vatbaarheid en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Eet het dus met mate.
Comments