Alles wat je in je lijf stopt, heeft effect op de werking van je lichaam en je gezondheid. Hoe je leeft, bepaalt hoe fit je je voelt. Voeding speelt hier een grote en hele belangrijke rol in. Wat gebeurt er eigenlijk met ons eten zodra we het doorslikken?
Het spijsverteringsstelsel bestaat uit je mond, maag en je darmen. En er is een uitgang. Maar wist je dat er stiekem nog veel meer organen meedoen? Want ook je slokdarm, lever, galblaas en alvleesklier zijn onderdeel van dit bonte gezelschap. En er is een deelnemer die alles in gang zet.
Je denkt misschien dat de spijsvertering begint bij het openen van je mond en kauwen op je eten. Grappig genoeg is dat pas stap twee. Jouw spijsvertering begint nog voordat je één hap hebt genomen. Het begint op het moment dat je eten ziet, ruikt of er alleen al aan denkt. Juist, alles begint bij je hersenen. Zij zijn diegene die je maag laten knorren en het water in je mond laten lopen wanneer je die versgebakken appeltaart ruikt of het vlees op de barbecue ziet liggen.
Je hersenen bereiden je lichaam voor op het voedsel wat straks gaat komen. En met een reden. Door deze 'mentale warming-up' maakt je lichaam alvast spijsverteringssappen aan en staan de juiste enzymen klaar om aan het werk te gaan. Hierdoor ben je in staat om straks op een zo effectieve manier je maaltijd te verteren. Met hopelijk zo min mogelijk beren op de weg.
Goed kauwen levert je een hoop voordelen op
Je mond is zoals gezegd stap twee van het spijsverteringsproces. Komt het eten eenmaal aan je in mond, dan is het belangrijk om goed te kauwen. Dit is de plek waar het fijnmalen van je voeding moet gebeuren. Kauw je goed, dan is het eten klein en soepel genoeg om door te gaan naar het volgende onderdeel. Ook neem je straks beter de voedingsstoffen op. Doe je dat niet, dan kan je een volledige opname van voedingsstoffen..tja...op je buik schrijven...
Kauwen heeft nog een functie. Door te kauwen, stuur je alvast een klein deel van de voedingsstoffen naar alle andere betrokken organen. Zo weten zij of je een maaltijd met veel koolhydraten of met veel vet aan het eten bent. Dankzij deze inside information worden de juiste verteringssappen klaargezet en loopt alles lekker op schema door.
Zuur zijn we allemaal
Uitgekauwd? Na het doorslikken, gaat het voedsel via je slokdarm naar je maag. Niemand vindt het prettig om als een 'zuur mens' bekend te staan, maar in feite zijn we het allemaal. Je maag is enorm zuur. Expres ook. Het zure maagsap verdedigt je namelijk tegen indringers zoals slechte bacteriën en parasieten die in eten aanwezig (kunnen) zijn. Daarnaast doet je maag ook alvast een eerste stap in het verteren van eiwitten.
Is het voedsel in je maag net zo zuur als het maagzuur zelf? Dan gaat het door naar het volgende onderdeel: de dunne darm.
Het verteren begint nu pas echt
Je dunne darm is dé plek waar jouw maaltijd wordt omgezet in voedingsstoffen. In je darm komen twee vloeistoffen bij het voedsel om te helpen met de vertering: pancreassap (afgegeven door je alvleesklier) en gal (afkomstig vanuit je lever). Door het maagzuur vliegt de zuurgraad van het voedsel door het dak en dat is iets waar je dunne darm niet echt mee uit de voeten kan. Vandaar dat het sap uit de alvleesklier de zuurgraad eerst neutraliseert. Daarna kan de dunne darm haar werk doen.
Gal gaat aan de slag met de ingenomen vetten. Je kan gal het beste vergelijken met afwasmiddel. Zoals je misschien wel weet, kan je vet en water niet direct met elkaar mengen. Doordat afwasmiddel het vet op de borden emulgeert, kan je vetresten toch vrij makkelijk van je bord krijgen. Gal doet precies hetzelfde: het emulgeert vetten zodat het later in water opgenomen kan worden.
Beide verteringssappen zorgen ervoor dat alle voedingsstoffen zo klein mogelijk worden. Een slimme zet, want hierdoor zijn de voedingsstoffen straks beter door je lichaam te transporteren. Hoe kleiner, hoe beter. Want hoe groter, hoe moeilijker de voedingsstof opgenomen wordt.
Flora en fauna
Wanneer de vertering klaar is, heb je twee eindproducten: een hoop voedingsstoffen aan de ene kant en een deel onverteerd voedsel aan de andere kant. Het onverteerde voedsel gaat via je dikke darm, waar het eerst nog even kennismaakt met je darmflora, naar de uitgang.
Je darmflora zorgt onder andere voor navertering: de laatste restjes voedingsstoffen worden op de valreep nog uit het voedsel gehaald. Daarnaast vergrijpen de miljoenen goede bacteriën zich aan de vezels alsof het een feestmaal is. Vezels kunnen je darmen niet verteren maar zijn een energiebron voor je darmflora. Wanneer we echt alleen nog rest- en afvalstoffen over hebben, verlaat het eten via het rectum ons lichaam.
Nu we een deel van ons eten de deur hebben gewezen, blijven de voedingsstoffen over en die staan inmiddels netjes klaar voor opname. Deze absorptie vindt plaats dankzij darmcellen in de wand van je dunne darm. En dit zijn hele slimme cellen. Dankzij de aanwezigheid van speciale enzymen, zijn de cellen in staat om voedingsstoffen te herkennen, op te pikken en af te geven aan je bloed zodat het getransporteerd wordt. Hun keuze voor voedingsstoffen is naadloos aangesloten op de behoefte die jouw lichaam op dat moment heeft. Het maakt dus niet uit welke combinatie van koolhydraten, eiwitten en vetten je eet. Je darmcellen herkennen de voedingsstoffen altijd.
Jouw spijsvertering is een bijzonder proces
Waarom? Spijsvertering bestaat uit zoveel verschillende stappen en je hoeft over geen enkele stap na te denken. Alles gaat automatisch, mechanisch en chemisch. Alleen het kauwen en slikken vraagt om enig bewustzijn maar zelfs het bezoekje aan het toilet achteraf hoeven we niet in onze agenda's te zetten. Door het uitwisselen van wel honderden signalen, berichten en seintjes weet elke orgaan precies wat hij moet doen. Knap staaltje werk. Daar mogen we best wat vaker bij stilstaan.
Comments